Mammoeten zijn de voorouders van de olifanten van nu. Vaak wordt gedacht, dat alle mammoeten enorm groot waren. Maar veel van de mammoetsoorten waren niet groter dan de olifanten die we nu kennen. Alleen de steppemammoet was heel groot. Hij kon wel 5 meter hoog worden met slagtanden van ook 5 meter en hij woog wel 7000 kilo. Door een verandering van het klimaat stierven de mammoeten uit.
Er zijn grote verschillen tussen de Afrikaanse steppe-olifant en de Aziatische olifant. De Afrikaanse is groter, zwaarder, heeft grotere oren, langere slagtanden, een ander uiteinde van de slurf, een grovere huid en een verschillend aantal tenen in vergelijk met de Aziatische olifant. Bekijk HIER deze verschillen.
Een olifant is tussen de 18 en 22 maanden zwanger. Als de olifanten-baby geboren moet worden, hurkt het vrouwtje en soms gaat ze erbij liggen. De andere vrouwtjes staan er omheen en beschermen haar.
Een baby-olifant weegt tussen de 90 en 120 kilo. Na 2 uur staat het al op eigen benen.
Een olifant heeft veel water nodig.
Hij drinkt wel tussen de 100 en 200 liter water per dag. Bij het drinken zuigen ze eerst het water op met de slurf (waar wel 10 liter in kan), daarna spuiten ze het in hun bek.
Mannetjes-olifanten en bij de Afrikaanse olifant ook de vrouwtjes hebben grote slagtanden. Je ziet maar 2/3 deel van de slagtand. De olifant gebruikt zijn slagtanden als wapen en schild, om mee te graven naar water en voedsel en om de slurf te beschermen.
De slurf van een olifant is een lange neus die vastzit aan de bovenlip. Hij wordt gebruikt om mee te ruiken, te voelen, te ademen, te eten en water mee op te zuigen. Olifanten gebruiken hun slurf ook om bladeren, vruchten en takken van bomen te plukken. De olifant kan ook geluid maken met zijn slurf; dat heet trompetteren. Er zitten wel 150.000 spieren in de slurf van een olifant!
Olifanten hebben ook haar, maar dat is niet om ze warm te houden maar juist
extra af te koelen! De haren staan wat verspreid op de huid en leiden de warmte een klein stukje weg van de huid. Daar waait het iets harder en de warmte verdwijnt hier gemakkelijker in de lucht.
De olifant heeft ook een staart. Daarmee kan hij een beetje insecten van zijn dikke billen af slaan. Wist je dat de haren aan het uiteinde van de staart de dikste haren van het dierenrijk zijn?
Afrikaanse olifanten worden vooral bedreigd door ivoor-stropers en door het verlies van hun leefgebied. Aziatische
olifanten worden bedreigd door stroperij, jacht en door verlies van leefgebieden door menselijke activiteiten zoals landbouw, infrastructuur-ontwikkeling en verstedelijking.
Download de woordzoeker, kruiswoordpuzzel of andere puzzel van deze Flipping-pagina.
De afbeeldingen die je op deze Flipping-pagina ziet, kun je omdraaien door erop te klikken.
In de tekst kom je woorden tegen, die je ook kunt vinden in de puzzel die je gedownload hebt. Bij een woordzoeker lees je een zin als je alle woorden hebt ingevuld.
Voor je juf of meester is er ook een antwoordblad
Er zijn ooit honderden soorten olifanten geweest. Een lange tijd dachten onderzoekers dat er nu nog maar twee soorten olifanten leefden, de Afrikaanse olifant en de Aziatische olifant. Maar in 2021 werden wetenschappers het met elkaar eens dat het er drie zijn: de bosolifant in Afrika is geen ondersoort van de Afrikaanse maar een aparte soort. Dat betekent dat er nog drie soorten olifanten zijn op aarde.
Olifanten leven meestal in een groep (kudde). Het oudste vrouwtje is de baas in de kudde. Een mannetje heet een bul of stier, het vrouwtje een koe en een baby-olifant heet een kalf. Mannetjes èn vrouwtjes hebben slagtanden. In de kudde leven de vrouwtjes en de jongere mannetjes. Als de mannetjes te oud worden, zo vanaf een jaar of tien, worden ze uit de kudde verdreven. Hier zie je een kudde van Afrikaanse steppe-olifanten.
Een jong drinkt melk bij zijn moeder, maar ook bij zijn tantes. Soms gaat de moeder dood en een tante zorgt dan verder voor het jong. Na zes maanden eet het kalf gras en andere planten, maar hij blijft nog jaren bij zijn moeder drinken.
Maar een olifant vindt het ook heel fijn om te baden om al het ongedierte van hem af spoelen. Daarna gooit een olifant vaak weer zand over zich heen (dat heet een zandbad), of gaat rollen in de modder.
Dat doen ze tegen insecten, ongedierte en tegen vochtverlies.
Zo´n 25 jaar geleden werden er elk jaar 100.000 olifanten doodgeschoten om hun slagtanden. Het ivoor werd gebruikt voor bijvoorbeeld biljartballen, pianotoetsen en souvenirs. Nu zijn ze bedreigd en daarom beschermd, maar er worden toch nog veel olifanten gedood. Er worden per jaar, met name in Afrika, weer tienduizenden olifanten gestroopt voor hun kostbare ivoor.
Dat zijn er wel 100 per dag!
Het uiteinde van de slurf van een Afrikaanse olifant en een Aziatische olifant ziet er anders uit.
De slurf van een Afrikaanse olifant heeft aan de bovenkant én onderkant een klein 'vingertje'.
De Aziatische olifant heeft alleen aan de bovenkant zo'n vingertje.
Olifanten hebben eigenlijk maar kleine ogen in vergelijking met hun kop. Ze hebben meestal bruine ogen met wimpers. Olifanten kunnen niet zo goed zien in het felle daglicht. In het bos en de schemering zien ze beter. Ze zijn ook kleurenblind.
In India is de olifant een beschermd dier. Eén van de Hindoe-goden (Ganesh) heeft de kop van een olifant. Daarom worden veel olifanten gebruikt bij feestelijkheden in en rond de tempels. Ze hebben een mooi leventje, de toeristen vinden het prachtig, maar veel mensen vinden het ook dierenmishandeling.
Bos-olifanten zijn veel minder bekend dan savanne-olifanten. Ze leven verborgen in de dichte regenwouden van West- en Centraal-Afrika. De bos-olifant is een maatje kleiner dan de savanne-olifant zodat hij zich makkelijk door het woud kan bewegen. Hij heeft rondere oren en rechtere tanden, die naar beneden wijzen.
Gabon is een echt bos-olifanten-land.
Van de Aziatische olifant zijn vier ondersoorten: de Indische olifant, de Sri Lan-
kaanse olifant, de Sumatraanse olifant en Borneose olifant. Ze leven in de bossen,
de regenwouden van Azië. Hier zie je een
Aziatische groep olifanten. Je ziet alleen vrouwtjes (olifanten-koeien) en jonkies. Mannetjes hebben slagtanden, maar de vrouwtjes hebben geen slagtanden.
Olifanten zijn echte planteneters en eten ruim 150 kilo per dag. Met hun slurf plukken ze bladeren, vruchten en takken van de bomen, maar ze eten ook graag gras. Met hun slagtanden en slurf wroeten ze wortels uit de grond en schrapen schors van de bomen af. Om alles weg te spoelen drink een volwassen olifant dagelijks tussen de 100 en 200 liter water.
Olifanten hebben twee kiezen in hun
bovenkaak en twee in hun onderkaak.
Die kiezen slijten langzaam af van al het kauwen op het plantaardige voedsel dat hij eet. Als de kiezen 'op' zijn, komen er weer nieuwe. Na vier kiezen is de olifant ongeveer zestig jaar en komen er geen nieuwe meer. Het dier kan dan niet meer eten, wordt steeds zwakker en gaat dan dood.
Oorspronkelijk zijn de slagtanden bedoeld als wapen. Maar de olifant kan ook zwaar werk doen met de tanden zoals graven, de schors van bomen afhalen en dingen wegduwen. Daarom wordt de Aziatische olifant veel gebruikt voor zwaar werk in de bossen. Bij dit werk gebruikt de olifant ook zijn sterke slurf.
De huid van een olifant is over het algemeen erg ruig en dik. Op de rug en zijn kop is de huid zo'n 2,5 cm dik, maar op andere stukken wat dunner. De olifant wordt hierom ook wel dikhuid genoemd. De kleur is meestal grijs. Afrikaanse olifanten hebben wat meer groeven in hun huid. Dan blijft er wat water achter voor verdamping en ook de modder blijft beter zitten.
De poten van de olifanten lijken op ronde boomstammen, die onderaan plat zijn.
Olifanten hebben grote teennagels.
Een olifant loopt eigenlijk op zijn tenen, maar achter de tenen is alles opgevuld met zachte steunkussens zodat de voetzool een plat vlak wordt. Dan wordt het gewicht van de olifant beter verdeeld.